Van tiny house tot torenhoge woonstad

De voorspellingen over hoe we in de toekomst wonen, variëren enorm. Sommige experts denken dat we door de gigantische bevolkingsgroei overwegend in stedelijke micro-appartementen of buitenstedelijke tiny houses wonen. Of in torenhoge flats die een stad op zichzelf zijn. Anderen stellen dat we door de klimaatverandering in drijvende huizen zullen bivakkeren.

De gekste verwachting? Een enkeling gelooft dat we in steden onder water gaan leven, waar de energie wordt opgewekt door zonlicht en golven. Een futuristische variant van de mythische onderwaterstad Atlantis dus!

Modulair: een huis als een blokkentoren

Waar de meeste deskundigen het over eens zijn: veel huizen worden modulair. Oftewel: ze zijn gemakkelijk aan te passen door het gebruik van modules, een soort bouwblokken die je snel kunt plaatsen of verwijderen. Daarbij kan het gaan om vloeren of wanden, maar ook bijvoorbeeld om dakkappellen of erkers.

Het voordeel? Een modulaire woning verandert mee met je woonwensen. Zo kun je een deel aanbouwen als je kinderen krijgt en weer verwijderen wanneer ze uit huis gaan.

Duurzaam van A(anbouw) tot Z(older)

Duurzaamheid is nu al een groot thema en wordt in de loop der jaren nog veel belangrijker. Op het gebied van materialen gaat er een ware revolutie plaatsvinden. Met mogelijk een grote rol voor, jawel, oldschool hout. Dat is namelijk licht en duurzamer dan beton, het slaat CO2 op én houten huizen brengen tot 90 procent minder CO2-uitstoot met zich mee. Daarnaast zien we waarschijnlijk nog wat andere natuurlijke materialen als het sterke, lichte bamboe en het prima isolerende schapenwol terugkomen. Aan de muur? Daar zit duurzame verf, zoals van de Nederlandse start-up Fairf.

Het huis van de toekomst wekt alle energie die het nodig heeft zelf op. Dat kan onder meer via zonnepanelen, een zonneboiler en een warmtepomp. Zo’n pomp kun je trouwens ook gebruiken om te koelen: wel zo handig gezien het toenemende aantal hittegolven. Een deel van de energie komt mogelijk van bioreactors, oftewel bacteriële systemen die je kunt inbouwen in de muur en die naast stroom ook schoon water genereren.

Een groot deel van het water dat we gebruiken, wordt meteen gerecycled. Nu al zijn er speciale douchesystemen (zoals de Upfall) die het water meteen filteren en verwarmen.

Een interieur bomvol technologie

Natuurlijk mag de nodige hightech niet ontbreken in het huis van de toekomst. Het Internet of Things zorgt ervoor dat alle apparaten via internet zijn verbonden en precies werken volgens jouw wensen. Denk aan een koffiezetapparaat dat aangaat zodra jouw wekker afgaat, een toilet dat jouw urine analyseert en bij klachten meteen de huisarts informeert, of een smart radiator die detecteert of er mensen aanwezig zijn in een ruimte en automatisch aan- en uitgaat.

Het hele huis is voorzien van sensoren, die onder andere de energieprestaties en je verbruik meten. En met de 3D-printer in de keuken print je verrukkelijk voedsel.

Hoe wordt dat allemaal gebouwd?

De bouwwereld gaat vanzelfsprekend ook met zijn tijd mee. Aannemers maken over een decennium of drie waarschijnlijk volop gebruik van 3D-printers. Voorlopig worden die vooral gebruikt voor het printen van betonnen elementen en complexe vormen, maar in de toekomst bouwen we er wellicht hele huizen mee. Daarnaast is de bouwvakker steeds vaker een robot, die snel, goedkoop en zeer precies een repetitieve taak zoals metselen of frezen uitvoert.

Het vroegere Huis van de Toekomst

Zo’n 30 jaar geleden, in 1989, opende in Rosmalen het Huis van de Toekomst. Futuroloog Chriet Titulaer verwerkte er tal van destijds revolutionaire technologieën in, die nu zijn ingeburgerd óf juist weer helemaal vergeten. In de keuken legde een computerstem bijvoorbeeld uit hoe je pannenkoeken moet bakken. En het dak ging open via een spraakcommando.

De technologie in het Huis van de Toekomst is drie decennia later niet meer zo futuristisch, daarom wordt het pand nu gebruikt als evenementenlocatie.